09 07 09 - 21:02
Hoofdstuk 19: De wet breken
Had ik al gezegd dat die Zweden niet goed wijs zijn? Die Zweden zijn niet goed wijs.
Als ik door het rode licht de straat oversteek, wordt ik aangekeken of ik de grootste misdaad ooit bega. Terwijl ik het nut niet zie van wachten als er geen verkeer is. Alleen als er geen verkeer is, want ik mag dan een ontzettende crimineel zijn, ik ben niet levensmoe.
Pas was ik eindelijk, eindelijk een echte boef. Mijn vriendinnetje Oksana had haar ouders op bezoek en daarmee was ze even een paar dagen naar Oslo. Ze vroeg mij een paar boodschapjes te doen en die in de keuken te zetten; de sleutel lag in de brievenbus. Niet dus. Dus ik stuurde haar een berichtje met de vraag of ik in de goede brievenbus stond te graven en ja hoor, dat was het geval. Hmm. Degene die de sleutel van de voordeur had en hem had moeten posten, was dat vergeten. Let wel: de enige voordeursleutel.
Oksana, moe en verveeld van het vijf uur in een bus zitten die uiteindelijk om vier uur ’s nachts aan zou komen, werd langzaam wat wanhopig. Haar oplossing was heerlijk: ze vroeg me haar deur open te breken. Natuurlijk, met liefde! Dus ik trommelde vriendje George op en samen wachtten we tot het donker. We mogen dan nieuwig zijn in deze professie, we weten wel waar de term wat het daglicht niet verdragen kan vandaan komt. Dus als de schemering eindelijk valt, zijn wij er klaar voor. Mijn tas rammelde van de bonte verzameling zakmessen en schroevendraaiers die ik bij me droeg en we hadden ons natuurlijk allebei helemaal in het zwart gestoken. Hé, je houdt van verkleedfeestjes en rollenspellen of je houdt er niet van.George was geen briljante hulptroep. Hij heeft blijkbaar een fetisj voor het breken van ramen en dat is dan ook de enige suggestie die hij deed. Mij leek dat dan weer een iets minder goed en vooral iets minder stil idee. Ik wilde gewoon naar het balkon klimmen en dan de deur van binnenuit openmaken, daar waar je geen sleutel nodig hebt. Lang leve wijkjes, daar kun je er in ieder geval op vertrouwen dat alle, maar dan ook alle huizen hetzelfde zijn.
We hebben het geprobeerd, echt waar. George heeft me opgetild, we hebben een stoel gehaald, we hebben het balkon van de buren geprobeerd te beklimmen en we hebben in alle voortuintjes gespeurd naar een ladder. We hadden geen succes. Uiteindelijk heb ik Oksana ge-sms’t dat zij en haar familie maar allemaal in mijn huis moesten logeren. Dat was net na het moment dat er een man met een hondje ons heel beleefd gedag zei. Terwijl ik op Georges schouders stond en probeerde op het balkon te klimmen.
Ik moet zeggen dat ik het de overtreffende trap van merkwaardig vind dat door rood rijden oh-oh-oh’s oplevert, maar proberen in te breken, daar zegt niemand iets van. Ik zei het toch, die Zweden zijn niet goed wijs.